Extra boodschap voor de Voedselbank
Op zaterdag 25 maart 2017 was de actiedag voor de Voedselbank Apeldoorn. Maar liefst 175 vrijwilligers waren in touw bij 23 supermarkten. Dat resulteerde in 48 rolcontainers, 557 gevulde kratten, 22.800 producten en € 372,95 aan contanten. Als een van die vele vrijwilligers zette ik mijn ervaringen op papier.
Nog voordat ons marktkraampje goed en wel staat, hebben we de eerste levensmiddelen al binnen. De mevrouw van de drogisterij tegenover de supermarkt waar we vandaag staan, brengt een flink aantal doosjes thee. Ons eerste kratje is gevuld; een goed begin van deze dag!
Daarna gaan Ernst, Harry en ik pas echt van start. We delen boodschappenbriefjes uit, nemen de boodschappen in ontvangst en zorgen er tussendoor voor dat alles soort-bij-soort in de verschillende kratten terecht komt. De zon schijnt volop en de sfeer is goed bij het winkelend publiek.
Zeker 80% van de mensen doet mee aan de actie. Vaak kennen ze de campagne van een eerdere editie of hebben ze gelezen dat deze vandaag wordt gehouden. Wekelijks helpt de Voedselbank Apeldoorn 270 gezinnen. Door allerlei bedrijven worden verse producten geschonken. Men zit echter ook te springen om lang houdbare producten. Vooral die staan daarom op het boodschappenlijstje.
Grapje of serieus
Met een grapje of een serieus antwoord weten we ook de twijfelaars positief te stemmen. Een oudere mevrouw hoort bij die groep: “Ik wil eigenlijk liever iets geven aan giro 555, voor de mensen in Afrika.” Dat kan ik simpel pareren: “Maar misschien kunt u nog een extra boodschap meenemen voor ons. U kunt zelf kiezen wat dat is, en voor 69 cent doet u de mensen van de Voedselbank al een groot plezier.” Even later komt ze breed lachend een pak macaroni brengen.
Op andere momenten staan we verbaasd over de toelichting die mensen zelf geven. Een mevrouw brengt de halve inhoud van haar boodschappentas. “Ik heb tien dingen voor mezelf gekocht; dus ook tien voor jullie.” Even later wordt een boodschappenkar tot bij ons kraampje gereden, met een paar boodschappen in een hoekje. “Alles wat er in het mandje zit is voor jullie, hoor.” Met zes handen maken we het volle mandje vlot leeg. Er zit van alles wat bij: houdbare melk, pannenkoekmeel, koffie, hagelslag, pasta en een zakje pastasaus. Kijk, dat schiet lekker op.
Knip op portemonnee
Natuurlijk zijn er ook mensen die langslopen en niet mee kunnen doen. Een oudere mevrouw: “Nee, het spijt me. De boekhouder heeft me juist van de week gezegd dat ik de knip op de portemonnee moet houden.” Een vader met twee puberdochters vertelt dat zijn gezin juist hulp krijgt van de Voedselbank. “We zijn hard voor jullie aan het werk”, zeg ik hem en wens ze een fijne dag. Een enkele keer is er de vraag of de producten in Nederland blijven. “Ik geef niet voor het buitenland”, vertelt een man. “Dit is bedoeld voor mensen in Nederland die het niet breed hebben. Voor Apeldoornse mensen zelfs”, kan ik hem vertellen. Hij doneert gul.
Jong geleerd
Ouders met kinderen laten de kinderen hun producten bij de marktkraam afgeven. Tussendoor vertellen ze hun kinderen over de Voedselbank. Een enkele puber die met sporttas op weg is naar een wedstrijd doet ook mee. Behalve een paar grote koeken en een flesje sportdrank, heeft hij een pak suiker en macaroni gekocht. Jong geleerd is oud gedaan!In het begin lijkt het wat veel: met z’n drieën bij een niet al te groot supermarktfiliaal. Maar in de loop van de ochtend blijkt dat geen overbodige luxe. Zo hebben we tijd om met het winkelend publiek te praten, en zonodig wat extra met bekenden die langskomen. Dat is juist het leuke van het meewerken aan een actie in je eigen woonwijk. Harry (als boegbeeld van de Apeldoornse Partij voor de Dieren) krijgt slechts eenmaal te maken met een buurtbewoonster die vragen heeft over overlast van bepaalde vogels in haar straat, waardoor de zangvogels het onderspit moeten delven.
Niet aankijken
Natuurlijk zijn er mensen die ons niet willen aankijken of ons niet horen als we hen aanspreken. Ook dat hoort erbij. We richten ons op de mensen die wel reageren. Een enkele keer is er iemand die we gemist hebben bij het binnengaan van de winkel. Ernst reageert quasi-ernstig (what’s in a name?) als een man constateert dat hij zo’n boodschappen al gehaald heeft: “Ja, als ik dat had gezien, had ik natuurlijk direct ingegrepen.” Met een boodschappenbriefje gaat de mijnheer gewoon nog een keer de winkel in. Speciaal voor ons. Een ander lost het op door een pak rijst uit haar boodschappentas te halen. “Maar heeft u nu wel voldoende eten in huis, voor het weekend?”, vraagt Ernst haar. Ze knikt: “Dat zit wel goed; ik kan het best missen.”
Als het tegen half een loopt en een volgend drietal ons komt aflossen, hebben we al heel wat kratten gevuld staan. Een mooi resultaat voor een ochtendje voor de Voedselbank. Wat mij betreft voor herhaling vatbaar.