ViaStratova

Home » Posts tagged 'fietsen'

Tagarchief: fietsen

Sandalen

scannen0003

“Het is heel gevaarlijk om te fietsen met sandalen, zoals jullie doen.” We krijgen een ongevraagde advies van een mede-fietser in Maleisië, die al lange tijd onderweg is.

Het maakt me altijd nieuwsgierig als een onbekende zo’n advies geeft. Wij fietsen al maanden met open schoenen. In landen met hoge temperaturen moet ik er niet aan denken om met sokken en dichte schoenen te rijden. Waarom zouden we dat moeten veranderen?

De reden wordt al snel duidelijk: “Een paar maanden geleden heb ik mijn voet gebroken. Het maakte dat ik wekenlang in het ziekenhuis lag en nog steeds heb ik last van de breuk. Vandaar dat ik hier echt niet meer fiets met open schoenen.”

Toch overtuigt dit me niet. Wat was was de oorzaak van die breuk? Ook dat weet de man in een paar zinnen te vertellen. “Ik fietste ’s nachts, zonder licht. En toen reed ik over een dode hond. Zo ben ik gevallen. Met dichte schoenen was mijn voet vast niet gebroken”, besluit hij.

Dan is het onze tijd voor adviezen. De belangrijkste twee passen we al jaren toe: Nooit fietsen zonder verlichting als het donker is. Ook niet ’s nachts doorfietsen tijdens een buitenlandse vakantie. En over een dode hond heen fietsen? Dat moet je al helemaal niet doen!

 

 

 

Giro-roze

20160406_094908

Afgelopen week was ik bij het Schrijfcafe, met als thema fietsen en de Giro d’Italia. (Hoe kan het ook anders, in de aanloop naar het spektakel begin mei.) In korte tijd schreef ik verschillende korte teksten en zelfs gedichtjes. Geen rijmelarij, maar andere vormen. Erg leuk om mee bezig te zijn en dat vonden de andere deelnemers ook.

Een deel van mijn resultaat:

 

WOORDGEDICHT

Voor een woordgedicht kies je een willekeurig woord. De losse letters daarvan schrijf je ieder op een nieuwe regel. Daarna ga je aan de slag om elke regel te laten beginnen met de letter op die regel. Sluit af met het beginwoord.

 

WILDBREISELS
W    Wind
I       In de wielen
L      Langs de wildbreisels
D      De vrolijk versierde
B      Brede straten, een
R      Roze route
E      En enthousiaste mensen
I       In de
S      Stad Apeldoorn, de
E      Enige plaats in het
L      Land, waar de Giro d Italia
S      Start
WILDBREISELS

 

TWEE ELFJES

Een ‘elfje’ is een wooordgedicht met 5 regels en een een vast aantal woorden per regel (resp. 1-2-3-4-1), zodat het totaal 11 is. Vandaar de naam van deze dichtvorm.

 

Fiets
Twee wielen
Langzaam of snel
Voor mij symbool van
Onafhankelijkheid

 

Giro
In Apeldoorn
Iedereen in actie
Voor een geweldig feest
Knalroze

 

Drie gouden regels

IMG_3126

Als fietser doe je het niet snel goed. Op de racefiets rij ik te hard en schrikken oudere fietsers van me. Gebruik ik mijn bel om hen op tijd te waarschuwen, dan horen ze het niet. “Je had even moeten bellen”, roepen ze, als ik hen voorbij zoef, uiterst links op het fietspad. Ik neem het advies ter harte en bel een volgende keer wat eerder en iets nadrukkelijker. Zíj kijkt eerst om. En dan nog eens, om het zeker te weten: “Henk, een wielrenner. Even aan de kant”. Intussen zit ik al bijna op hun nek. Dus pas ik vaak de harde aanpak toe: lang van tevoren flink tringelen. De reactie die dat oproept, ken ik inmiddels: “Nou, nou, wat een haast heb je. Hou eens wat meer rekening met anderen!”

Elektrische fietsers in de stad hebben het omgekeerde effect. Ik zwoeg op mijn oude stadsfiets en zij wanen zich ‘king of the road’, met hun stekkerfiets. De ene na de andere senior racet mij zo voorbij. De fiets lijkt op cruise control te staan, doorlopend op de maximumsnelheid. Het reactievermogen van veel e-bikerijders is niet meer honderd procent; de motoriek idem dito. Even over de schouder kijken voor het links afslaan is er ook niet bij. Dat een spiegel aan het stuur dan een handig hulpmiddel is, heeft niemand nog bedacht. Je hand uitsteken als je wilt afslaan? Dat zie ik geen enkele fietser nog doen. Kortom: in de stad ben ik degene die zich groen en geel ergert aan ouderen op hun e-bikes. Ik reageer agressief, terwijl het fietsen mijn hoofd juist leeg moet doen waaien.

Kan het ook anders? Vast! Soms verlang ik terug naar het zuiden van Vietnam; naar Ho Chi Minh City. Die stad is druk, chaotisch zelfs. Auto’s, scooters, brommers en fietsers… Al het verkeer beweegt zich als een zwerm door de straten, in een rustgevend laag tempo. Zo kan het gebeuren dat een flinke groep fietsers en brommers een groot kruispunt gaat oversteken. Van rechts komt een fietser die zich – heel wonderlijk – tussen al het andere verkeer door beweegt. Er valt geen onvertogen woord. Hier gelden kennelijk drie gouden regels om alles in goede banen te leiden: ‘Let alleen op het verkeer voor je’, ‘Geef anderen de ruimte’ en ‘Hou je rustig’. Ik ga dat zelf ook maar eens toepassen. Dan hou ik plezier in het fietsen… en anderen ook.

Regen op zaterdag

scannen0006Het regent niet vaak op zaterdag en dat is maar goed ook. Ergens in september gebeurde het voor het eerst dit jaar en gisteren heb ik weer een kruisje moeten zetten op de kalender. Géén weer om een heel eind te fietsen of te wandelen. Géén zin om te winkelen of te klussen in huis. Wat dan? Vakantiefoto’s plakken!

Bij het bekijken van de foto’s vergeet ik dat buiten de regen met bakken uit de hemel valt. Ik mijmer weg en denk terug aan al die dagen dat de zon in Frankrijk bijna onbeperkt leek te schijnen. Al bij het opstaan staat hij hoog aan de hemel en dat blijft zo tot de avond. Dan genieten we van wijn, lokale kaasjes en olijven. We fietsen bijna vier weken lang, eten elke dag gebak en stapelen zo energie om al die cols te kunnen bestijgen. De eerste keren is een top die vier kilometer verderop ligt, nog een hele prestatie. Een paar dagen later gaan we onbekommerd van start bij het bordje dat aangeeft dat er nog acht kilometer te gaan is tot de piek. Naar boven rijden is hard werken, vind ik, naar beneden is het alleen maar genieten. Dan lijkt er dubbel zoveel tijd te zijn om rond te kijken. We zien dorpjes die vastgekleefd lijken aan de bergen, de Mont Ventoux van alle kanten, eindeloze hoeveelheden linden­bloesem en rijpe kersen. We rijden tussen grote kuddes schapen en geitjes, maar ook langs velden met felgele bremstruiken. “Ik moet me altijd blijven herinneren hoe de geur is”, denk ik als Bert daar een foto van me maakt.

Ik schrijf die zin op bij een foto in mijn album: ik op de fiets, tussen al dat stralende geel. Buiten regent het nog steeds en wordt het donker. Nog lang niet alle foto’s zijn ingeplakt. Het moet vaker regenen op zaterdag. [1999]

Bekeurd in België

scannen0006

Toen ik een jaar of twintig was, fietste ik bijna elke zomervakantie één of twee weken. De ene keer met een zusje, het andere jaar met een vriendin, en vaak met allebei. Vooral in het begin bleven we in Nederland: een rondje IJsselmeer, een tocht naar Terschelling of kris­kras door Brabant. Later verlegden we onze grenzen. Via de Zuid-Hollandse, Zeeuwse en Belgische kust kwamen we bijvoorbeeld in een dorpje net over de Franse grens terecht. Mijn zusje toverde toen, tot ieders verrassing, een paar Franse franken tevoor­schijn. Op een zonnig terrasje genoten we van een echte ‘café au lait’, om direct daarna de grens weer over te steken – voor de reis terug. De foto’s van die eerste vakanties zijn inmiddels vervaagd maar bepaalde herinneringen zeker niet.

In het fotoboek heb ik een ontvangstbewijs geplakt. ‘Koninkrijk België’, ‘Politie van Verkeer’ en ‘onmiddellijke inning in geld’. Resultaat van een vakantie met fiets­vriendin Ans in 1987, die door het stadje Leopoldsburg leidde. Terwijl ik een eenrichtingsbord negeerde en tegen het verkeer in fietste, kwam een politieauto ons tegemoet. Een agent met grote krulsnor stapte uit en hield ons staande. En dat niet alleen: we werden gesommeerd mee te gaan naar het kantoor van de rijkswacht, direct om de hoek. De fiets moest op de binnenplaats geparkeerd worden en het zware metalen hek viel met een klap achter ons dicht. Boeink! Ik voelde me een zware crimineel.

Eenmaal binnen wees snorremans ons twee stoelen en ging zelf aan de andere kant van het eikenhouten bureau zitten om uit te leggen dat we in overtreding waren geweest. Ja, ja, dat was dan wel zo, maar in Nederland zou dat snel op straat even afgehandeld worden. Intussen had Ans me fijntjes laten weten dat het dom was geweest om een eenrichtingsstraat in te rijden. “En jij dan?,” was mijn verweer. “Jij fietst constant door rood.” Maar nee, dit was anders, want nu waren we in België en daar werd streng op buitenlanders toegezien. “De ANWB waar­schuwt daar vaak genoeg voor in haar blad,” zei Ans nog. Alles goed een wel, maar die stukjes had ik niet gelezen.

Onze stemming daalde en bereikte even later het nulpunt. Bromsnor had de nodige papieren ingevuld en liet ons weten dat we elk 750 Belgische francs (zo’n 40 gulden) moesten betalen. Ik kon mijn oren niet geloven en we vonden het belachelijk veel geld. In Nederland waren we misschien met 15 gulden beboet, maar zeker niet meer, was onze stellige overtuiging. Een praktisch probleem was dat we dat bedrag niet meer bij ons hadden in Belgisch geld, maar na overleg met zijn superieur konden we ook met Nederlands geld betalen. Met flink veel tegenzin legden we samen 80 gulden op het bureau en in ruil daarvoor kregen we elk een ontvangstbewijs dat we goed moesten bewaren. “Tot wanneer?,” vroeg ik, alsof dat een logische vraag was op dat moment. Het antwoord staat in mijn geheugen gegrift: “Tot ver in de jaren negentig,” klonk het op zijn Vlaams en met veel nadruk op ‘ver’. Hoewel we boos waren op de rijks­wacht, ik kwaad was op mezelf en we echt baalden dat we zó snel zoveel geld kwijt waren, moesten we allebei moeite doen om niet in lachen uit te barsten. De jaren negentig? Die waren voor ons gevoel nog oneindig ver weg!

Inmiddels heeft het ontvangstbewijs de eenentwintigste eeuw moeiteloos gehaald. Bovendien heb ik in Nederland verschillende bekeuringen gehad in de tijd dat ik een auto had; nooit voor overtredingen met de fiets. Maar zo’n simpel papiertje zoveel jaren bewaren? Daarvoor moet je in België zijn. Of naïef, zoals ik.