Als fietser doe je het niet snel goed. Op de racefiets rij ik te hard en schrikken oudere fietsers van me. Gebruik ik mijn bel om hen op tijd te waarschuwen, dan horen ze het niet. “Je had even moeten bellen”, roepen ze, als ik hen voorbij zoef, uiterst links op het fietspad. Ik neem het advies ter harte en bel een volgende keer wat eerder en iets nadrukkelijker. Zíj kijkt eerst om. En dan nog eens, om het zeker te weten: “Henk, een wielrenner. Even aan de kant”. Intussen zit ik al bijna op hun nek. Dus pas ik vaak de harde aanpak toe: lang van tevoren flink tringelen. De reactie die dat oproept, ken ik inmiddels: “Nou, nou, wat een haast heb je. Hou eens wat meer rekening met anderen!”
Elektrische fietsers in de stad hebben het omgekeerde effect. Ik zwoeg op mijn oude stadsfiets en zij wanen zich ‘king of the road’, met hun stekkerfiets. De ene na de andere senior racet mij zo voorbij. De fiets lijkt op cruise control te staan, doorlopend op de maximumsnelheid. Het reactievermogen van veel e-bikerijders is niet meer honderd procent; de motoriek idem dito. Even over de schouder kijken voor het links afslaan is er ook niet bij. Dat een spiegel aan het stuur dan een handig hulpmiddel is, heeft niemand nog bedacht. Je hand uitsteken als je wilt afslaan? Dat zie ik geen enkele fietser nog doen. Kortom: in de stad ben ik degene die zich groen en geel ergert aan ouderen op hun e-bikes. Ik reageer agressief, terwijl het fietsen mijn hoofd juist leeg moet doen waaien.
Kan het ook anders? Vast! Soms verlang ik terug naar het zuiden van Vietnam; naar Ho Chi Minh City. Die stad is druk, chaotisch zelfs. Auto’s, scooters, brommers en fietsers… Al het verkeer beweegt zich als een zwerm door de straten, in een rustgevend laag tempo. Zo kan het gebeuren dat een flinke groep fietsers en brommers een groot kruispunt gaat oversteken. Van rechts komt een fietser die zich – heel wonderlijk – tussen al het andere verkeer door beweegt. Er valt geen onvertogen woord. Hier gelden kennelijk drie gouden regels om alles in goede banen te leiden: ‘Let alleen op het verkeer voor je’, ‘Geef anderen de ruimte’ en ‘Hou je rustig’. Ik ga dat zelf ook maar eens toepassen. Dan hou ik plezier in het fietsen… en anderen ook.
Heel herkenbaar! ik ga het uitproberen. Ook ik krijg vaak verwensingen naar mijn hoofd als ik op de racefiets zit, of ik nu hard of zacht bel, en dat terwijl ik altijd afrem als ik inhaal, het is niet vaak goed als je op een racefiets zit.
LikeLike
Ik heb deze week het stad-gedeelte geoefend. Dat viel me echt niet mee. Daarom: succes!
LikeLike