Deze dagen is er meer nieuws dan gewoonlijk uit Colombia. De regering en rebellenbeweging FARC tekenden een vredesverdrag. Maar pas als de bevolking ermee instemt tijdens een referendum, wordt het akkoord echt van kracht.
Zulke berichten doen me altijd terugdenken aan onze reis door Zuid- en Midden Amerika, een paar jaar terug. Lang niet alle plaatsen in Colombia voelden veilig. In de stad Cali werden we gewaarschuwd op straat en voelde het ’s avonds onprettig. En meer dan eens waren er herinneringen aan geweld van de afgelopen halve eeuw.
In Medellin, de een na grootste stad, staan veel beelden van de Colombiaanse schilder/beeldhouwer Fernando Botero. Mensfiguren met enorme billen en dijen. Zijn dieren hebben net zulke bijzondere proporties. De meeste beelden zien er koddig uit. Als je er een paar van gezien hebt, herken je Botero’s stijl direct.
De twee vogelbeelden maakten grote indruk op mij. De ene net zo heerlijk bol als de mannen- en vrouwenfiguren. Oorspronkelijk stond-ie er alleen, om een kaal plein wat op te vrolijken. Maar inmiddels zit er een heel ander verhaal aan vast. Bij een aanslag in 1995 was een bom geplaatst tussen de poten van de vogel. De scherven van het bronzen beeld zorgde voor een bloedbad en 23 doden. De Vredesvogel (!) was slachtoffer nummer 24. Het beeld van de opgeblazen vogel is blijven staan, zoals Botero eiste; het is een eerbetoon aan de slachtoffers. Een paar jaar later schonk hij zijn stad een nieuwe vogel. Ze staan nu zij aan zij.
Al die jaren is Colombia een land gebleven van veel oorlog. Ik hoop dat het verdrag en het referendum de aanzet zijn voor echte vrede. Daar is heel wat meer voor nodig dan handtekeningen op papier. Ook twee Vredesvogels.